Lesbrief Carnaval

 
  Waar komt carnaval of Vastenaovend vandaan?
Lentefeest rond het jaar 0: Als de laatste herfststormen voorbij zijn, begint de sombere koude wintertijd. Voor de mens heel lang geleden was de winter een moeilijke tijd. Er was weinig te eten, er groeide niets. De mensen geloofden dat de God van de vruchtbaarheid boos was. Dit was de God, die alles deed groeien en bloeien. Zij moesten zorgen dat ze deze God te vriend hielden. Dus waren er in de oude geschiedenis in de lente allerlei offer- en dankfeesten voor de Goden om hun gunstig te stemmen.

 

  Lente Feest
  Vastenaovendfeest 14e tot 16e eeuw: Het lentefeest werd in de middeleeuwen een Vastenaovendfeest genoemd. Een Katholiek feest, dat gevierd werd voor het begin van de 40-daagse vastentijd.  Een vastentijd, die voorafgaat aan Pasen. Nog drie dagen veel eten, drinken en plezier maken  en dan 40 dagen sober leven. In de 16e eeuw waren er mensen, vooral in de noordelijke Nederlanden, die protesteerden tegen een aantal regels en gebruiken binnen de Katholieke kerk. Zij vonden het Vastenaovendfeest maar onzin en zo verdween carnaval uit de Noordelijke Nederlanden. Het feest vervaagde ook in het zuiden. Verpest door crimineel gedrag werd het verboden door overheid en kerk. En zo werd bijna 200 jaar geen Vastenaovend meer gevierd, behalve stiekem dan,  in het geheim.

 

 

 

 

Onderdeel van een schilderij van Pieter Breughel uit 1559, waar hij het vastenaovondfeest heeft geschilderd.

Volkse viering in  de 18e en 19e eeuw: In de 18e eeuw was Vastenaovend een feest voor het gewone volk. Men spreekt over een volksfeest. De kerk, de overheid en de belangrijke burgers vonden het maar niks. In die tijd trokken in veel Limburgse dorpen kinderen en volwassenen op de zondag voor de vasten van huis tot huis. Ze waren verkleed (met oude dekens), zongen liedjes, speelden op de foekepot (een kruik met daaroverheen een varkensblaas) en bedelden. Zo verzamelden de mensen spek en worst. Dat werd later in de herberg opgegeten . Daarbij dronk men veel bier. Ook de kinderen dronken in die tijd bier. Soms werden ook spelen georganiseerd zoals gans slaan of  haring bijten.

 

  Rijnlandse Carnaval
 

 

 

Volkse viering - verkleed met oude dekens,

Spelend op een Foekepot

 

Rijnlandse Carnaval vanaf de 19e eeuw: De interesse om carnaval uitbundiger te vieren ontwaakte weer in het midden van de 19e eeuw. Ons huidige carnaval vieren komt oorspronkelijk uit het Rijnland in Duitsland. Een belangrijke stad in dit gebied is Keulen. Een groepje literaire (mensen die graag boeken lazen en schreven) moest niets hebben van het Pruisische leger. Zij dachten vaak terug aan de tijd dat Keulen een stad vol pracht en praal was, zoals in de Middeleeuwen. Toen werd de Keizer in een prachtige optocht de stad binnengereden. Het gezelschap kreeg een prachtig idee. Zij organiseerden een optocht waarin Prins Carnaval (in plaats van de Keizer) het hoogtepunt was. Hij kreeg een mooi kostuum, reed in een prachtige pronkwagen en werd begeleid door soldaten. Om te spotten met het leger, waar belangrijke personen vaak lintjes kregen, werden carnavalsonderscheidingen uitgedeeld. De militaire groet werd nageaapt, maar dan  met de rechterhand tegen de linkerslaap. Het carnavalsfeest verspreidde zich als een olievlek over het katholieke Brabant en Limburg.

 

Opdracht:
- Teken een “carnavals-tijd-boom”, waarin je de 4 feesten in de takken schrijft met hun jaartal.
- Maak bij ieder feest een  tekening, waar de sfeer van lentefeest, vastenaovendfeest, de volkse viering en het Rijnlandse carnaval wordt uitgebeeld.

 

 

 

 

Wat is Carnaval?

Carnaval is een groot toneelspel, waaraan heel veel mensen meedoen. Het is geen gewoon toneelspel maar een licht spottende voorstelling. De gewone samenleving wordt een beetje belachelijk gemaakt. Een carnavalsvereniging bestaat uit een Prins, een Prinses, een Adjudant en een Raad van Elf. Als de prins wordt uitgeroepen maakt hij de regels bekend, die gedurende zijn regeerperiode zullen gelden. Tijdens de carnaval deelt de prins onderscheidingen uit aan een persoon, die iets goed heeft gedaan voor de gemeenschap. Op een carnavalsmiddag treden artiesten op, zoals dansers, zangers, soms een buuttereedner (iemand die het dagelijks leven op de hak neemt). Alle artiesten worden met een muzikale buuttemars naar het podium begeleid. Het publiek klapt mee. De buuttemars lijkt op een militaire mars. Het feest is op het hoogtepunt als de burgemeester aan het begin van de carnavalsdagen de macht van het dorp overgeeft aan Prins Carnaval, de zogenaamde sleuteloverdracht. De burgemeester treedt terug en geeft drie dagen vrij spel aan Prins en carnavalsvierders.

Vrijwel elke sportclub, vereniging of school organiseert een carnavalsfeest. Het feest kan variëren van een gekostumeerde feestmiddag tot een zitting waarbij een eigen prins gekozen wordt. Daarnaast zijn er groepen bestaande uit familieleden, kennissen, buren enz. die een wagen maken voor de optocht of gezamenlijk de kostuums maken. De zate Hermenie oefenen de nieuwste carnavalsliedjes. Tijdens de drie carnavalsdagen trekt men naar de cafés of het gemeenschapshuis waar gedanst en gezongen wordt. Het hoogtepunt is de carnavalsoptocht. In de optocht worden bepaalde gebeurtenissen belachelijk  gemaakt. Toeschouwers worden soms voor de gek gehouden

 

 

 

 

Opdracht:
- Jij bent verslaggever van je schoolblad en je wilt graag een stukje in het schoolblad schrijven over de nieuwe Jeugdprins. Je mag hem 5 vragen stellen. Welke vragen zou je hem stellen?
- Stel je eens voor, dat jij met de optocht mee zou lopen. Welke gebeurtenis zou je dan willen uitbeelden?

 

Hoe wordt carnaval gevierd?

Verkleden, maskers en schminken: Carnavalspakjes, zoals wij die kennen, bestonden in het begin van de vorige eeuw alleen bij de rijke mensen. De armen hadden daar geen geld voor. Iedereen verkleedde zich met wat hij op de zolder kon vinden. De mensen liepen verkleed met “auw lomele”, met een beddenlaken of een “kössesteek”. En dan nog het liefst met een masker, zodat ze niet herkend werden. En zo ben je snel verkleed als oud wijf of spook.
Na 1950 deelden steeds meer mensen in de welvaart. De kinderen kregen een pakje. Ze verkleedde zich als cowboy, Chinees, Romein, prinses. Dan komt er een grote verandering. De “auw lomele” maken plaats voor steeds chiquere pakjes. De mensen zijn lang voor Carnaval al bezig hun pakjes te maken. De stoffen worden steeds kleurrijker. En om het helemaal af te maken: een perfect geschminkt gezicht.

 

 
  Maskers en schminken Vaandeldrager van een "zatte Hermenie"

 

 

Muziek: Omstreeks 1960 werd de “Zate Hermenie” geboren. Vòòr die tijd trokken de mensen van buurtcafé naar buurtcafé met een monica-speler voorop. De allereerste zate hermeniekes waren samengesteld uit een groep muzikanten, die zonder veel repeteren door de stad of dorp trokken. Wie een instrument speelde mocht meedoen en wie kon trommelen of op een “remmelke” kon slaan , voegde zich bij de groep. Ze speelden niet altijd even gelijk en ook wel eens goed vals. En ze hadden ook wel eens een paar glaasjes op. Het ongeorganiseerde van vroeger is er soms vanaf. Vaak hebben ze stevig geoefend en dragen ze dezelfde “pekskes” en hebben ze een eigen vaandel.

Carnavalsliedjes: Aan het begin van de 2e wereldoorlog in 1940 bestonden geen aparte carnavalsliedjes. Bijna alle liedjes die op straat gezongen werden, waren soldatenliedjes en altijd in het “Hollands”. Bijvoorbeeld: “Hij is voor mij naar de Oost gegaan” en “Hup Marjanneke, pup Marjanneke, laat de poppetjes dansen”. Na de oorlog werden dialect carnavalsliedjes gemaakt. Vanaf 1977 werd er in Limburg het LVK (Limburgs Vastelaovendleedsjes Konkoer) gehouden. Zoals je begrijpt een wedstrijd voor het beste Limburgse carnavalsliedje. Vanaf 2000 is er ook een Kinder Vastelaovend Leedsjes Konkoer in Limburg.

Symbolen: Iedere carnavalsvereniging heeft net als alle andere verenigingen een naam. Die naam heeft vaak iets te maken met de geschiedenis van de plaats. Ook hebben de carnavalsverenigingen een eigen symbool die dient om de carnaval te beschermen. Voordat de 3 carnavalsdagen beginnen wordt dit symbool in een mast omhoog getrokken. Als carnaval ten einde is laat de prins, geholpen door andere carnavalsvierders het symbool weer zakken onder begeleiding van toepasselijke muziek. Weer is een carnaval verleden tijd, voor een heel jaar voorbij. De prins pinkt een traantje weg.

 

 
 

't Avermenneke, symbool van

Jeugdcarnaval "De Haverzekskes" Bung

 

 
 

Onderscheidingen: Alle prinsen delen ieder jaar heel wat medailles uit. Veel mensen krijgen van de Prins een medaille omdat ze zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Carnaval. Maar dat hoeft niet persé, een andere verdienste kan ook.  Iemand heeft bijv. jarenlang een club geleid, mensen verzorgd. Een medaille is een ereteken. Een medaille opspelden noem je decoreren.

Opdracht:
                   - Maak een tekening hoe jij je zou verkleden en schminken met carnaval.
                   - Bedenk een leuke naam voor een “zate hermenie”.
                   - Zoek eens verschillen tussen een “zate hermenie” en een gewone harmonie.
                   - Schrijf een liedtekst van 4 regels. Maak zinnen die rijmen
                   - Zoek eens op, welk symbool bij jeugdcarnaval “De Haverzekskes” hoort.
                   - Ontwerp een eigen medaille, kleur hem mooi in.